Terug
Gepubliceerd op 21/12/2021

Besluit  gemeenteraad

wo 15/12/2021 - 21:00

Belasting op het bewaren van dieren - besluit

Aanwezig: Jan Laceur, raadsvoorzitter
Herman Vijt, burgemeester
Ann Verschelden, Koen Mettepenningen, Mieke De Keyser, Lien De Vos, Kurt De Graef, Jan Ketels, Jan De Graef, Lotte Peeters, An Geerinck, François Van den Broeck, Tom Vermeire, André Raemdonck, Jan Rosschaert, Frans Van Gaeveren, Tom Waterschoot, Henri Peelman, Frank Van Erum, Agnes Onghena, Mustafa Tokgoz, Gilles Verbeke, Leo Van der Vorst, Mario Michils, Ignace Sertijn, Christel Vanhoyweghen, gemeenteraadsleden
Natalie Vastmans, algemeen directeur wnd
Verontschuldigd: Luk De Mey, gemeenteraadsleden
André Reuse, algemeen directeur

Dit is een gemeentebelasting op het bewaren van dieren. De belasting is verschuldigd door de eigenaar van het dier.

  • € 90,00 forfaitair per bewaard dier
  • verhoogd met € 8,70 verblijfskost per dag met een minimum van 14 dagen

Aan dit reglement wijzigt niets t.o.v. vorig jaar.

REGELGEVING:

  • De wet op de dierenbescherming van 14 augustus 1986 in het bijzonder arikel9 §2 in fine.
  • Het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen van 30 mei 2008.
  • Het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2020, betreffende het belastingreglement op het bewaren van dieren.
  • Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 40§3 dat de bevoegdheid tot het vaststellen van reglementen bij de gemeenteraad legt.

OVERWEGINGEN:

  • De financiële toestand van de gemeente.
  • Het is wenselijk de kosten voor de bewaring van loslopende dieren van de eigenaars van deze dieren terug te vorderen.
  • Artikel 9 §2 van de wet op de dierenbescherming voorziet de mogelijkheid van dergelijke terugvordering.
  • In het kader van de Politiezone Hamme-Waasmunster, is het wenselijk, in beide gemeenten een zelfde tarifering toe te passen voor gelijkaardige prestaties.
Publieke stemming
Aanwezig: Jan Laceur, Herman Vijt, Ann Verschelden, Koen Mettepenningen, Mieke De Keyser, Lien De Vos, Kurt De Graef, Jan Ketels, Jan De Graef, Lotte Peeters, An Geerinck, François Van den Broeck, Tom Vermeire, André Raemdonck, Jan Rosschaert, Frans Van Gaeveren, Tom Waterschoot, Henri Peelman, Frank Van Erum, Agnes Onghena, Mustafa Tokgoz, Gilles Verbeke, Leo Van der Vorst, Mario Michils, Ignace Sertijn, Christel Vanhoyweghen, Natalie Vastmans
Voorstanders: Jan Laceur, Herman Vijt, Ann Verschelden, Koen Mettepenningen, Mieke De Keyser, Lien De Vos, Kurt De Graef, Jan Ketels, Jan De Graef, Lotte Peeters, An Geerinck, François Van den Broeck, Tom Vermeire, André Raemdonck, Jan Rosschaert, Agnes Onghena, Mustafa Tokgoz, Gilles Verbeke, Leo Van der Vorst, Mario Michils, Ignace Sertijn, Christel Vanhoyweghen
Onthouders: Frans Van Gaeveren, Tom Waterschoot, Henri Peelman, Frank Van Erum
Resultaat: Met 22 stemmen voor, 4 onthoudingen

BESLUIT:

Artikel 1: Er wordt voor een termijn ingaand op 1 januari 2022 en eindigend op 31 december 2022 een gemeentebelasting geheven op het bewaren van dieren.

Artikel 2: De belasting is verschuldigd door de eigenaar van het dier.

Artikel 3: Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld als volgt: een forfaitair bedrag van 90 euro per bewaard dier verhoogd met 8,70 euro verblijfskost per dag met een minimum van 14 dagen.

Artikel 4: De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting.

Artikel 5: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Artikel 6: Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank van eerste aanleg te Gent door middel van een verzoekschrift op tegenspraak, waarvan sprake is in de artikelen 1034 bis tot 1034 sexies van het Gerechtelijk Wetboek. Het beroep moet, op straffe van verval, worden ingesteld binnen drie maanden vanaf de kennisgeving van de beslissing aan de bezwaarindiener of zijn vertegenwoordiger.

Artikel 7: Verwijl- en moratoriumintresten zijn toepasselijk zoals inzake directe rijksbelastingen.